Samen spelen, samen delen?
juli 4, 2018

Het is een mantra voor vele ouders, kleuterjuffen en kinderverzorgsters: samen spelen, samen delen. Volgens het boek “Samen spelen, wat nou delen?” is het juist geen goed idee. Waarom niet? Dat leg ik uit in deze review.
Het boek begint waar de broer/zus relatie ook begint: bij de zwangerschap. Hoe vertel je je oudste kind dat er een kindje bijkomt? Dit stuk vond ik minder interessant omdat er eigenlijk niets baanbrekend geschreven werd. Het komt erop neer dat je je kind moet betrekken bij het hele gebeuren, wat nogal vanzelfsprekend is.
Eens de baby geboren is, blijft het ook belangrijk om de oudste te betrekken. Er woden toptips gegeven voor dingen die je kan doen tijdens de voedingsmomenten. Mijn eigen ideeën bleven beperkt tot samen boekjes lezen, of naar foto’s kijken van toen ze zelf baby was.
In dit boek geven ze nog originelere dingen die je kan doen, zoals bvb knuffelberen op voorhand verstoppen en je oudste die laten zoeken op het moment van de voeding, of samen woorden verzinnen in een bepaald thema.
Hoe je kinderen met elkaar omgaan, wordt voor een stuk door jou als ouder bepaald. Probeer negatieve zinnen te vermijden en vorm ze tot positieve. Zeg bvb. niet: “niet aan de ogen van de baby komen hoor” of “niet zo luid roepen”, maar wel: “aai de wangetjes van de baby maar”, of “zachtjes praten tegen broertje.” Kleine nuances die toch het verschil kunnen maken.
Deze invloed blijf je volgens de auteurs later ook nog behouden. Jij bepaalt een gezinsdynamiek door hen samen te laten spelen, gezinsrituelen te creëren, samen te lachen en hen te laten samenwerken. Pfiew, wel een grote druk op ouders… Ik leid hieruit af dat het dus een beetje je eigen schuld is als je kinderen niet overeenkomen?
Ook het benoemen van hun band wordt aangeraden (bvb: geef je broer eens de choco, kom we gaan zus halen enz). Persoonlijk heb ik daar niet dezelfde mening over. Een kind heeft meer identiteit door zijn/haar naam te zeggen. In mijn ogen zijn ze meer dan alleen maar “broer of zus” van en hoeft dit niet de hele tijd benoemd te worden.
Een volgend hoofdstuk gaat over conflicten. Kom niet alleen tussen wanneer het misloopt maar meng je ook eens in hun spel wanneer ze mooi samen aan het spelen zijn. Dat vind ik een heel waardevolle tip, maar in de praktijk minder toepasbaar. Kalmte in huis is een garantie voor mij om snel een wasmachine te vullen, naar het toilet te gaan of de vaatwasser leeg te halen. Het is zo verleidelijk om dan de dingen in het huishouden te gaan doen waar je anders niet toe komt. Maar juist dan zou je aandacht moeten kunnen geven aan de relatie.
Bij relaties horen conflicten. Om te leren omgaan hiermee moet je kind veerkrachtig zijn en dat kan je hem/haar leren op de volgende manieren:
- Geef ruimte voor tegenspraak: het oneens zijn mag. Argumenteren en discussiëren is goed voor hun ontwikkeling.
- Laat je kind gefrustreerd zijn, los dingen niet altijd voor hem op (en wees dus geen curlingmoeder die de weg altijd glad maakt voor haar kinderen.)
- Help je kind oplossingsgericht te denken zodat hij zelfstandig wordt, los het niet voor hem op.
- Zorg voor een “growth mindset” in plaats van een “fixed mindset”. Kinderen met een fixed mindset denken dat eigenschappen vaststaand zijn (zoals: ik ben nu eenmaal niet creatief), kinderen met een growth mindset gaan ervan uit dat iedereen kan veranderen mits voldoende inzet. Ik kan het niet wil zeggen dat je het ‘nog niet’ kan.
Ook hierbij heb ik een bedenking. Niet elk kind kan alles. Er is nu eenmaal soms ook een genetische aanleg voor bepaalde dingen. Als je je kind laat geloven dat hij alles kan, zal hij zich hierin vastbijten en des te teleurgesteld zijn als iets niet lukt. Want dan heeft hij niet goed genoeg zijn best gedaan… Neem nu het voorbeeld van sportief zijn. Als je daar geen aanleg voor hebt, zal je nooit naar de Olympische Spelen gaan, hoe goed je ook je best doet.

In een ander hoofdstuk gaat het over de aandacht verdelen en hoe je elk kind apart behandelt. Niet elk kind heeft exact evenveel tijd nodig met jou. Het hele gedoe van “alles moet eerlijk verdeeld zijn” zorgt net voor rivaliteit. Zo is er minder oog voor wat elk kind echt nodig heeft.
En dan komen we aan het stuk waar het hele boek om draait (tenminste, als je dit boek hebt gekocht omwille van de titel): het samen spelen en delen. En de hele theorie is plots achterhaald.
De auteurs geven een geweldig voorbeeld van een vrouw die in een kookboek aan het bladeren is, een vriendin die binnenkomt en het zomaar afpakt omdat zij er al lang genoeg in aan het kijken is. De gemoederen lopen hoog op en de partner moet zich erin komen mengen met verschillende opmerkingen:
- Ja hoor schat, jij bent al lang genoeg aan het bladeren. Nu is het aan je vriendin.
- We hebben hier nog drie andere kookboeken. Neem maar één van die en dan kan je vriendin in deze kijken.
- Kijk maar samen in dat boek.
Absurd toch? En dat is precies wat we doen als het om twee kinderen en een speelgoedje zou gaan.
Volgens deze auteurs is het mantra “samen spelen, samen delen” bedoeld om kinderen te leren delen en vrijgevig zijn, maar het heeft vaak een omgekeerd effect. Kinderen gaan door deze regel net harder vastklampen aan voorwerpen. Jonge kinderen hebben het nodig om ergens controle over te hebben, ze mogen ‘iets van hen’ hebben. Iets van jou wil zeggen dat jij bepaalt wanneer je ermee speelt, maar dat je evengoed kan bepalen om het ergens gewoon neer te leggen, of wie het mag vasthouden en hoe lang.
Daarom is het een goed idee om van sommige stukken speelgoed te bepalen van wie het is. Een eigen kistje, een kistje voor de broer/zus en een gemeenschappelijke speelgoedbak kunnen uitkomst bieden. De eigenaar mag dan zo lang met zijn stuk speelgoed spelen als hij zelf wil, ook als er een ander kind aan het wachten is. Beide kinderen winnen bij deze aanpak: het ene kind leert dat je soms moet wachten op iets dat je graag wil, en het andere kind voelt zich gerespecteerd om zelf een keuze te maken in hoelang hij ergens mee speelt. Niet alles kunnen hebben wat een ander heeft, zo werkt het in de echte wereld ook. Een harde stelling vind ik, zeker op zo’n jonge leeftijd. Maar er zit wel een kern van waarheid in.
Als jij je kind leert dat hij een stuk speelgoed, dat hij gekregen heeft en in zijn ogen dus een verlengstuk is van zichzelf, moet delen, dan leer je hem dat anderen voorgaan. Kinderen leren zo dat hun grenzen niet belangrijk zijn en kunnen een makkelijk doelwit worden van pesterijen omdat ze niet leren voor zichzelf op te komen. Opnieuw een beetje kort door de bocht, maar de essentie klopt wel.
Een kind dat stevig in zijn schoenen staat, gaat op een gegeven moment wel uit zichzelf delen. Geef het goede voorbeeld en laat zien dat jij ook iets deelt. Of laat hem andere dingen dan speelgoed delen, bvb. koekjes uitdelen tijdens een verjaardagsfeestje.
Een laatste onderdeel dat met conflicten te maken heeft, is je excuseren als je in de fout bent gegaan. Ook daar komen de auteurs met het vernieuwende inzicht waarom sorry zeggen geen goed idee is.
Ik vind een “sorry” inderdaad ook heel vaag. Het is letterlijk een excuus om toch iets te doen, en het is oké als je maar sorry zegt. Sorry dat ik je handdoek op een ander ligbed aan het zwembad heb gelegd (maar je hebt het toch maar mooi gedaan). Sorry dat ik je lief heb afgepakt… enz.
In dit boek wordt bevestigd dat een sorry, zeker op jonge leeftijd, geen enkele meerwaarde heeft. Ten eerste leert je kind enkel sorry zeggen omdat jij het hem voorzegt. Het is dus al snel een ingestudeerd zinnetje dat hij niet meent.
Tot een jaar of zes kennen kinderen ook nog geen spijtgevoelens, omdat ze zich nog niet in de ander kunnen verplaatsen. Dus we vinden een sorry alleen belangrijk vanuit ons eigen sociale perspectief.
Daarnaast leren ze dat ze er gemakkelijk van af komen op die manier. “Sorry” en alles is opgelost. Als wij “sorry dat ik je lief heb afgepakt” zouden zeggen, is de kous daarmee dan af? Ze leren geen verantwoordelijkheid opnemen en het gekwetste kind blijft toch nog met een boos gevoel achter.
Wat kan je dan wel doen? Meer aandacht geven aan het gekwetste kind en oplossingsgericht denken: hoe kan deze situatie goedgemaakt worden? Zo leren ze na een tijdje wél dat hun daden gevolgen hebben en dat is veel concreter.
In het algemeen vond ik het een heel innovatief boek. Alleen wordt alles nogal hard en stellig geformuleerd, wat toch wat bedenkingen bij mij opriep. Maar het heeft me wel weer nieuwe inzichten bijgebracht om over na te denken. Nu alleen eens kijken welke elementen hiervan ik ook in mijn eigen opvoedingsstijl zal introduceren.
Meer uit luiigheid misschien, maar onze 6 en 3-jarige moeten vaak zelf een oplossing zoeken. Ik blijf er bij, zet me naast hen maar zeg dan: en nu, hoe gaan we het goedmaken? Waarop de 3-jarige steevast roept “machinadooooo” (zie “De Leeuwenwacht”: het gevecht tussen 2 krokodillen) en het conflict/afgepakte speelgoed is alweer vergeten… Ik verdenk ze er stiekem van om expres ruzie te maken zodat ze nadien “machinado” kunnen doen ?
Klinkt ook als een geweldige manier!
… [Trackback]
[…] Read More here: moederschip.be/samen-spelen-samen-delen/ […]
… [Trackback]
[…] Read More on that Topic: moederschip.be/samen-spelen-samen-delen/ […]
… [Trackback]
[…] Here you will find 72023 additional Information on that Topic: moederschip.be/samen-spelen-samen-delen/ […]
… [Trackback]
[…] Find More on that Topic: moederschip.be/samen-spelen-samen-delen/ […]